Studentenarbeid in 2025

Heeft u een vennootschap en kinderen die graag een centje bijverdienen? Dan is er goed nieuws: vanaf 2025 worden de spelregels rond studentenarbeid versoepeld én financieel interessanter. We zetten alles voor u op een rij.

650 RSZ-vrije uren: wat betekent dat?

Studenten mogen jaarlijks een aantal uur werken zonder dat u als werkgever de gewone RSZ-bijdragen hoeft te betalen. In plaats daarvan geldt een veel lagere solidariteitsbijdrage van slechts 8,13%.

Tot nu toe was dat 475 uur, verhoogd naar 600 uur in 2023 en 2024.

Vanaf 2025 is het definitief 650 uur per jaar.

Let op: de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing op die uren verdwijnt. Vanaf 2025 moet u dus wél bedrijfsvoorheffing inhouden op de lonen van studenten, ook als ze binnen de RSZ-vrije uren blijven.

Studentenjob en ten laste blijven: hoe zit dat?

Een kind blijft fiscaal ten laste zolang het niet meer inkomsten heeft dan een bepaald maximumbedrag, de zogenaamde netto bestaansmiddelen.

Inkomsten uit studentenarbeid worden gedeeltelijk buiten beschouwing gelaten:

• Tot 2024 werd de eerste € 3.310 niet meegeteld (geïndexeerd bedrag).

• In 2025 stijgt die grens naar maar liefst € 6.840.

Daarnaast verhoogt het totale maximum aan bestaansmiddelen in 2025 naar € 12.000. Dat betekent dat uw kind fiscaal ten laste blijft zolang het niet meer dan € 12.000 netto aan bestaansmiddelen heeft, waarbij enkel het deel boven de € 6.840 uit studentenarbeid meegeteld wordt.

Belangrijke nuance voor eenmanszaken

Heeft u een eenmanszaak? Dan kunt u uw kinderen helaas niet als jobstudent tewerkstellen zonder gevolgen voor hun tenlasteneming. Een oplossing: laat hen tijdens de vakantie werken als jobstudent binnen uw vennootschap, indien u die heeft.